Ambachtelijk gemaakt

Puur, natuurlijk, lekker en mooi

Wat als je gist op is? Hoe bak je dan nog brood?

Wat als je gist op is? Hoe bak je dan nog brood?

Al enkele weken is het coronavirus om zich heen aan het grijpen en het dwingt veel mensen om thuis te blijven. Er wordt steeds meer meel ingekocht, want steeds meer mensen willen zelf brood bakken. Maar wat als je gist op is? Kun je brood bakken zonder gist? Een luchtig brood wel te verstaan? Lees hier over een andere manier om luchtig brood te bakken. 

Er zijn meerdere manieren om toch een voedzaam en luchtig brood te krijgen zonder gist uit de fabriek. In deze blog help ik je op weg.

Wat doet gist?

Gist helpt om je brood luchtig te maken. Gist behoort tot het rijk van de schimmels en het heeft de bijzondere eigenschap dat het suiker omzet in koolzuurgas. Dat suiker zit in het meel dat je gebruikt en wanneer je meel met warm water en gist mengt en kneed, wordt dat proces in gang gezet. Daarbij bevat meel gluten, die bij het kneden een netwerk maken dat weer het koolzuurgas vasthoudt.

Wat als je gist op is?

Wanneer je gist op is en je kunt het niet meer vinden in de winkel, of je kunt niet naar buiten om het te kopen, dan kun je nog steeds luchtig brood maken. Hieronder vertel ik je over twee methoden.

Allereerst is de snelste methode om bakingsoda te gebruiken, daarmee maak je sodabrood. Zomers maak ik weleens een maïs sodabrood voor bij de barbecue, of in de Dutch Oven direct in de pruttelende chili con carne. Ook kun je een volkorenbrood maken met bakingsoda, waar ik een andere keer over zal schrijven.

 De methode die ik het lekkerste vind is om zelf desem te maken. Dit is niet zo snel, maar geeft wel het lekkerste brood. Daarbij geeft het een natuurlijkere en gezondere manier van gisting en is het brood dat je krijgt beter verteerbaar, waardoor de voedingsstoffen ook beter in je lichaam worden opgenomen.

Het principe is eigenlijk heel simpel, maar vergt wel wat discipline. Je zult het namelijk elke dag of om de twee dagen moeten onderhouden, maar omdat je nu toch thuis zit, moet dit geen probleem zijn. Bij het opstaan  – als je de kippen gaat voeren, de hond en de kat eten geeft, het ontbijt voor jezelf en je kinderen klaar maakt – is het een kleine moeite om ook even je desem te eten te geven. Geef je desem maar een naam, dat helpt je om het te zien als een levend wezen dat ook aandacht nodig heeft. O, als je nu toch bezig bent, zet dan even een no kneadbread klaar om vanavond af te bakken.

Maar nu het leuke. Voor een eigen desem heb je niks anders nodig dan wat meel en wat water en verder wel even geduld. Lees in het bericht over je eigen roggedesem hoe je dat verder doet. Met deze ingrediënten en de benodigde aandacht gaat er een wereld voor je open en kom je erachter dat niet alles in ons leven gekocht hoeft te worden.

Veel bakplezier!

Je eigen Roggedesem

Je eigen roggedesem maken geeft een bijzonder gevoel van voldoening. Je hebt namelijk niets anders nodig dan een beetje water, een beetje roggemeel en verder wat aandacht en geduld. Zo kun je zonder gist uit de winkel toch een brood bakken.

Zo maak je zelf je eigen roggedesem:

Meng 100g roggevolkorenmeel (van de molen werkt het beste) met
100g water.

Doe dit in een ruime glazen pot (ik gebruik een weckpot) en laat dit 2 tot 3 dagen staan bij kamertemperatuur, afgedekt met een vochtige doekje. Maak het doekje telkens weer vochtig.

Na 3 dagen ga je voeden met:

  • 50g roggebloem
  • 50g handwarm water

(je kan ook starten en voeden met de helft, zeker als je niet zo vaak bakt voorkom je zo dat je desem te snel gaat groeien)

De volgende dagen neem je 100g van het desem weg en voed je het weer met bovenstaande hoeveelheid.

Na enkele dagen begint het te bubbelen en friszuur te ruiken. Als het zich in een dag tijd kan verdubbelen, is het klaar voor gebruik.

Je kunt het onderhouden door het wat koeler weg te zetten (zeker belangrijk in de zomer) en dagelijks of elke tweede dag te voeden met gelijke delen roggebloem en water. Ik doe dat telkens met 25g roggebloem en 25g water. Neem telkens ook dezelfde hoeveelheid weg waarmee je het ook weer gaat voeden. Wat je wegneemt kun je dan weer gebruiken om te bakken, of als je niet bakt, gooi dat deel dan weg of geef het aan iemand die ook wil beginnen met desem maken.

In de koelkast kun je je eigen roggedesem langer zonder voeding laten, doe dan echter wel de weckpot dicht met het bijbehorende deksel.

Wil je een andere soort desem maken? Je kunt natuurlijk ook tarwedesem maken. Hoe? Dat kun je lezen in het artikel over tarwedesem

(update 26 maart 2020)

Tarwedesem

Zo maak je zelf tarwedesem:

Meng 100g tarwevolkorenmeel (van de molen werkt het beste) met
100g water.

Doe dit in een ruime glazen pot (ik gebruik een weckpot) en laat dit 2 tot 3 dagen staan bij kamertemperatuur, afgedekt met een vochtige doekje. Maak het doekje telkens weer vochtig.

Na 3 dagen ga je voeden met:

  • 50g tarwebloem
  • 50g water

Dat doe je elke dag weer.

Na enkele dagen begint het te bubbelen en friszuur te ruiken. Als het zich in een dag tijd kan verdubbelen, is het klaar voor gebruik.

Je kunt het onderhouden door het wat koeler weg te zetten (zeker belangrijk in de zomer) en dagelijks of elke tweede dag te voeden met gelijke delen tarwebloem en water. Ik doe dat telkens met 25g bloem en 25 g water.

Wordt het te vol, bak dan weer eens een brood, of gooi een deel weg. In de koelkast kun je het langer zonder voeding laten, doe dan echter wel de weckpot dicht met het bijbehorende deksel.