In het boek ‘Kunst en koken, recepten uit de Gouden Eeuw’ van Gillian Riley, heb ik ooit een heerlijk recept gevonden voor amandelspijs. Ik heb het wel wat aangepast naar mijn smaak. Het is niet zo akelig zoet zoals de amandelspijs uit de winkel en je weet wat er in gaat. Daarbij heeft het een heerlijke structuur en authentieke en ambachtelijke smaak. Dit recept is goed voor ongeveer 450 g amandelspijs.
Ingrediënten en bereiding
250 g gemalen blanke amandelen | 150 g kristalsuiker | 1 ei | geraspte schil van ongeveer 1/4 citroen | rozenwater.
Meng in een grote kom de gemalen amandelen, suiker, ei en citroenschil door elkaar en bevochtig het met rozenwater (niet te veel, anders wordt het te overheersend!). Proef een beetje en voeg naar smaak eventueel nog wat suiker toe. Let wel op, goede amandelspijs moet niet te zoet zijn.
Pak het in vershoudfolie en bewaar het tenminste 8 uur op een koele plaats (de bijkeuken, kelder of anders de koelkast). Amandelspijs moet namelijk ‘rijpen’. Je kunt het ook rustig langer koel bewaren, dan wordt de smaak nog beter. De suiker zorgt voor conservering. Wilt u het nog langer bewaren, verpak het dan goed luchtdicht in een stevig diepvrieszakje en leg de amandelspijs in de vriezer.